Op zondagochtend om acht uur vrijwillig de wekker zetten: ik lijk wel gek. Totdat ik na een vluchtig ontbijt en een half uur rijden uitstap in Oudenbosch. Wat is die Basiliek prachtig, waarom ben ik hier nooit eerder geweest? Maar het is niet het enige wat deze plaats te bieden heeft ontdek ik later.
Want ik heb mij opgegeven voor een workshop Haiku schrijven in het Arboretum; dit is een sprookjesachtige botanische tuin (voorheen een kloostertuin) die gespecialiseerd is in het verzamelen van houtachtige gewassen zoals bomen en struiken. Aan het opbouwen en het goed in stand houden van deze tuin werken jaarlijks zo’n zeventig vrijwilligers.
Concentreren en dichten op de vroege ochtend, dat is pittig voor een avondmens als ik. Ik ben sowieso geen geboren dichter. Maar het is leerzaam en daar gaat het om tijdens een workshop. Wat het vooral lastig maakt, is dat een Haiku geen vrije dichtvorm is. Er zijn REGELS. Het is een drieregelig gedicht bestaande uit eerst vijf, dan zeven en dan weer vijf lettergrepen. Het gaat om een zintuigelijke, ogenblikkelijke ervaring en soms is er een verassende wending. Volg je mij nog?
Met een groep van twaalf schrijvers gaan we aan de slag en verschijnt er een eerste Haiku bij iedereen op papier. Wat voorzichtig lezen we ons gedicht voor, niet iedereen (waaronder ik) hield zich aan de regels maar ach het gaat om het proberen.
Daarna de tuin in, de zon schijnt lekker en de vogels fluiten rustig. De opdracht is wandelen en een plek uitzoeken om inspiratie op te doen voor een volgende Haiku. Ik ga op een bankje zitten en zie een boom met oneindig veel takken. Dan komen de woorden vanzelf en lees ik na de wandeling voor aan de groep:
In het midden
de kronkelende tak hangt
leunend op de wind
Ik zal nooit een dichter worden en dat wil ik ook niet, maar de combinatie schrijven en de natuur in vind ik ideaal. Zeker als het afgesloten wordt met een smakelijke pompoensoep en tevreden schrijfcollega’s rond de tafel.