Vanochtend verwonderde ik mij over een buurman. Nogal in de war stond hij voor mijn deur, hij kon maar niet begrijpen waarom de postbode iedere keer een brief in zijn brievenbus stopte zonder envelop eromheen. Hij heeft regelmatig stemmingswisselingen en gedraagt zich dan als een klein kind. Zijn vragen en bijzondere kijk op de wereld verbazen mij iedere keer weer.
Tijdens het schrijfcafé in Breda vanmiddag mocht ik ook een klein kind zijn. Fantaseren, lachen, samen spelend schrijven en onze eigen waarom vragen bedenken. Met twee schrijfcollega’s verzon ik een dialoog tussen een handveger en blik en iedere persoon aan tafel had een andere definitie verzonnen op het thema van dit schrijfcafé ‘Verwondering’.
Maar het meest verwonderd was ik vandaag over mezelf. Voor het eerst in mijn carrière als schrijfster had ik zonder veel denkwerk een rijmend gedicht op papier gezet:
Ik zou weleens willen weten
Waarom de bomen niet praten
Mogen zij wel fluisteren in de nacht?
Over hun avonturen vertellen, heel zacht?
Ik zou weleens willen weten
Waar bomen aan denken
als zij gaan slapen
Zouden zij dan ook gaan gapen?
Als bomen konden praten
Zouden zij niet te stoppen zijn
Want zij horen alle verhalen
in het bos en op straat
Ik wacht op de eerste boom die praat